Regelquiz 2015 – vraag 3

Het heeft de afgelopen periode flink geregend en een waterhindernis (gele palen) is buiten zijn oevers getreden. Een speler slaat naar de hole, maar raakt de bal niet helemaal goed, waardoor hij duidelijk korter blijft en licht uit de koers raakt. Hierdoor komt de bal buiten de hindernis in het water. De speler neemt zijn bal op en dropt deze 10 meter achter de hindernis in het verlengde van de vlag en het punt waar de bal de watergrens passeerde met bijtelling van 1 strafslag; vervolgens speelt hij de bal. Wat is de Ruling?

a – De speler heeft correct gehandeld.

b – de speler krijgt twee strafslagen voor het spelen van een verkeerde plaats.

c – de speler krijgt twee strafslagen voor het spelen van een verkeerde plaats en moet zijn fout herstellen.

Antwoord

De vraag is of de speler mag handelen volgens Regel 26? Volgens de definitie van een waterhindernis wordt de grens gevormd door lijnen of palen. Water buiten deze grens behoort dus niet tot de waterhindernis en is dus tijdelijk water. Decision 25/2 bevestigt dit.
De speler had mogen spelen van het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering, maar speelt van een andere plaats. De speler speelt dus van een verkeerde plaats. Omdat hij naar achteren is gegaan is dit geen ernstige overtreding en hoeft hij deze fout niet te herstellen. Het kost echter wel twee strafslagen, de genomen strafslag vervalt.
Antwoord b is het juiste antwoord.

Mag je niet zeggen dat de speler gehandeld heeft volgens Regel 28 (onspeelbare bal) en volgens deze Regel correct gehandeld heeft? Nee, om Regel 28 te mogen toepassen moet een bal onspeelbaar verklaard worden en dat heeft hij niet gedaan. Dat zou ook onlogisch geweest zijn omdat een bal in een waterhindernis niet onspeelbaar verklaard mag worden.

De speler dacht kennelijk dat hij in een waterhindernis lag en de desbetreffende regel moest toepassen. Door regelkennis over tijdelijk water had hij zich de toegedachte strafslag kunnen besparen en had hij ook niet de extra strafslagen opgelopen. Zo zie je dat regelkennis voordeel kan opleveren.
Was de bal verloren geweest en was het niet te bepalen of deze in het overstroomde gebied dan wel in de waterhindernis lag. Dan had de speler de regel van de waterhindernis mogen toepassen Decision 1-4/7 en zou hij dus juist gehandeld hebben.
Decision 1-4//7 Ball Lost in Either Water Hazard or Casual Water Overflowing Hazard

Regel : 26-1. Bal in waterhindernis

Het is een kwestie van feitelijke aard of een bal die na een slag in de richting van een waterhindernis niet is gevonden, daar al of niet in ligt. Deze Regel mag alleen toegepast worden als het bekend is of praktisch zeker dat de bal in de hindernis ligt. Zonder die kennis of zekerheid moet de speler handelen volgens Regel 27-1.
Indien een bal in een waterhindernis ligt of als het bekend is of praktisch zeker dat een bal die niet is gevonden in een waterhindernis ligt (of de bal in water ligt of niet), mag de speler met één strafslag:

  • a. een bal spelen zo dicht mogelijk bij de plek waar de oorspronkelijke bal het laatst werd gespeeld (zie Regel 20-5); of
  • b. een bal droppen achter de waterhindernis, waarbij hij het punt waar de oorspronkelijke bal het laatst de grens van de waterhindernis kruiste op een rechte lijn moet houden tussen de hole en de plek waar de bal wordt gedropt, zonder beperking van de afstand waarop de bal achter de waterhindernis mag worden gedropt; of
  • c. als extra mogelijkheden, maar alleen indien de bal het laatst de grens van een laterale waterhindernis kruiste, een bal droppen buiten de waterhindernis, binnen twee stoklengten van en niet dichter bij de hole dan:

    • (i) het punt waar de oorspronkelijke bal het laatst de grens van de waterhindernis kruiste; of
    • (ii) een punt op de tegenoverliggende grens van de waterhindernis op gelijke afstand van de hole.

Wanneer de speler handelt volgens deze Regel mag hij de bal opnemen en schoonmaken of vervangen.
(Verboden handelingen indien de bal in een hindernis ligt – zie Regel 13-4)
(Bal beweegt in het water in een waterhindernis – zie Regel 14-6)

Decision : 25/2. Overflow from Water Hazard

If a pond (water hazard) has overflowed, is the overflow casual water? Yes. Any overflow of water from a water hazard which is outside the margin of the hazard is casual water.

Regel : 28. Onspeelbare bal

De speler mag zijn bal overal op de baan onspeelbaar verklaren, behalve als de bal in een waterhindernis is. De speler beslist zelf of zijn bal onspeelbaar is. Indien de speler vindt dat zijn bal onspeelbaar is, moet hij met één strafslag:

  • a. een bal spelen zo dicht mogelijk bij de plek waar de oorspronkelijke bal het laatst werd gespeeld (zie Regel 20-5); of
  • b. een bal droppen achter het punt waar de bal lag, waarbij hij dit punt op een rechte lijn moet houden tussen de hole en de plek waar de bal wordt gedropt, zonder beperking van de afstand waarop de bal achter dit punt mag worden gedropt; of
  • c. een bal droppen binnen twee stoklengten van de plek waar de bal lag, maar niet dichter bij de hole.

Indien de onspeelbare bal in een bunker ligt, mag de speler handelen volgens punt a, b of c. Indien hij verkiest te handelen volgens punt b of c, moet een bal in de bunker worden gedropt. De bal mag worden opgenomen en schoongemaakt wanneer de speler handelt volgens deze Regel.
STRAF VOOR OVERTREDING VAN DE REGEL: Matchplay – verlies van de hole. Strokeplay – twee slagen.