Regelquiz 2015 – Vraag 6

Strokeplay. De bal ligt op een pad. De speler neemt de bal op en dropt deze naast het pad, zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal lag, zonder echt het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering te bepalen. De speler speelt de bal; bij dit spelen staat hij met een voet op het pad. Wat is de Ruling?
a – De speler speelt van een verkeerde plaats en krijgt twee strafslagen.
b – De speler heeft correct gehandeld.
c – De speler heeft niet de juiste procedure gevolgd om het dichtstbijzijnde punt te bepalen en krijgt twee strafslagen.

Antwoord

Een pad is een obstakel, tenzij in de lokale regels staat dat dit een integraal onderdeel vormt van de baan. Vaste obstakels mogen ontweken worden. In Regel 24-2 staat dat de belemmering ontweken mag worden door het bepalen van het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering.
Als de speler met een voet op het pad staat is er nog steeds sprake van een belemmering, want in Regel 24-2 staat:Of zo dicht daarbij dat het obstakel een belemmering vormt voor de stand van de speler of voor de ruimte voor zijn voorgenomen swing. De speler heeft het obstakel niet volledig ontweken en speelt dus niet van het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering en dus van een verkeerde plaats. De straf die hierop staat volgt uit de overtreden Regel, in dit geval Regel 24-2: Twee strafslagen of verlies van de hole.
Antwoord c is fout, omdat het niet juist volgen van de procedure op zich geen reden voor straf is als de plaats maar valt binnen de plaats die het gevolg van de juiste procedure zou zijn. Decision 24-2b/2 beschrijft dit.
Antwoord a is juist.

Decision 20-2c/0.5 beschrijft een soortgelijke situatie:

A player’s ball lies in ground under repair through the green. The player elects to take relief and drops the ball in accordance with Rule 25-1b(i). The ball remains outside the ground under repair area but it rolls to a position where the player would have to stand in the area to play his stroke. Must the player re-drop the ball?
Yes. The ball has rolled and come to rest “in a position where there is interference by the condition from which relief was taken” – see Rule 20-2c(v). The same applies if a player is taking relief from an immovable obstruction.
Omdat hij niet redropped, overtreedt hij (ook) Regel 20-2c(v) met als gevolg spelen van een verkeerde plaats. Dus 2 wegen om tot het antwoord te komen.

Regel : 24-2. Vast obstakel

a. Belemmering
Er is sprake van belemmering door een vast obstakel wanneer de bal in of op het obstakel ligt, of wanneer het obstakel een belemmering vormt voor de stand van de speler of de ruimte voor zijn voorgenomen swing. Indien de bal van een speler op de green ligt is er ook sprake van belemmering wanneer een vast obstakel op de green zich op zijn puttinglijn bevindt. Elders op de baan is er op zichzelf geen sprake van belemmering volgens deze Regel indien een vast obstakel zich in de speellijn bevindt.
b. Ontwijken van belemmering Behalve wanneer de bal in een waterhindernis of een laterale waterhindernis is, mag een speler de belemmering door een vast obstakel als volgt ontwijken:

  • (i) Door de baan: Indien de bal door de baan ligt, moet de speler de bal opnemen en zonder straf droppen binnen één stoklengte van en niet dichter bij de hole dan het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering. Het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering mag niet in een hindernis of op een green zijn. Wanneer de bal wordt gedropt binnen één stoklengte van het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering, moet de bal eerst een deel van de baan raken op een plek waar geen sprake is van belemmering door het vaste obstakel en dat niet in een hindernis of op een green is.
  • (ii) In een bunker: Indien de bal in een bunker ligt, moet de speler de bal opnemen en droppen:
    • (a) zonder straf volgens punt (i) hierboven, behalve dat het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering in de bunker moet zijn en de bal moet in de bunker worden gedropt; of
    • (b) met één strafslag buiten de bunker, waarbij hij het punt waar de bal lag op een rechte lijn moet houden tussen de hole en de plek waar de bal wordt gedropt, zonder beperking van de afstand waarop de bal achter de bunker mag worden gedropt.
  • (iii) Op de green: Indien de bal op de green ligt, moet de speler de bal opnemen en zonder straf plaatsen op het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering dat niet in een hindernis is. Het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering kan buiten de green zijn.
  • (iv) Op de afslagplaats: Indien de bal op de afslagplaats ligt, moet de speler de bal opnemen en zonder straf droppen in overeenstemming met punt (i) hierboven.

De bal mag worden schoongemaakt wanneer hij is opgenomen volgens deze Regel.

(Bal rolt op een plaats waar sprake is van belemmering door de situatie waaruit hij werd opgenomen – zie Regel 20-2c(v))

Uitzondering: Een speler mag een belemmering niet volgens deze Regel ontwijken indien:

  • (a) het voor hem duidelijk geen zin heeft een slag te doen vanwege een andere belemmering dan door het vaste obstakel; of
  • (b) belemmering door een vast obstakel zich alleen zou voordoen bij een onnodig abnormale stand, swing of speelrichting.

Noot 1: Indien een bal in een waterhindernis (of een laterale waterhindernis)is, mag de speler de belemmering door een vast obstakel niet ontwijken. De speler moet de bal spelen zoals hij ligt of handelen volgens Regel 26-1.
Noot 2: Indien een volgens deze Regel te droppen of te plaatsen bal niet onmiddellijk is terug te krijgen, mag hij door een andere bal worden vervangen.
Noot 3: De Commissie mag een Plaatselijke Regel vaststellen die bepaalt dat de speler het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering moet bepalen zonder over, door of onder het obstakel te gaan.

Decision : 24-2b/2. Player Does Not Follow Recommended Procedure in Determining Nearest Point of Relief

A player’s ball lies on an artificially-surfaced path, which is an immovable obstruction, through the green. The ball is situated at the left edge of the obstruction and the player is right-handed. The player elects to take relief under Rule 24-2b(i) but does not go through the procedure recommended in the Note to the Definition of “Nearest Point of Relief ” for determining the nearest point of relief. Instead, he lifts the ball and drops it within one club-length of the nearest edge of the obstruction, not nearer the hole than the ball’s original position, and plays it. What is the ruling?
Provided the ball is dropped on a spot that satisfies the requirements of Rule 24-2b(i) and the ball did not roll into a position requiring a re-drop under Rule 20-2c, the player incurs no penalty.
Although there is a recommended procedure for  determining the nearest point of relief, the Rules do not require a player to determine this point when proceeding under Rule 24-2, 24-3, 25-1 or 25-3. If a player does not determine a nearest point of relief accurately or identifies an incorrect nearest point of relief, a penalty only arises if, as a result, the player drops his ball at a spot which does not satisfy the requirements of the Rule under which he is proceeding and he then plays the ball (e.g. the spot is more than one-club length from the correct nearest point of relief or the ball is dropped nearer to the hole than the nearest point of relief ). In such circumstances, the player would be penalised for playing from a wrong place (Rule 20-7). (New)